In les 1 sprak ik over belangrijke factoren voor een ‘vruchtbare’ verbinding met als belangrijk onderdeel van ouderlijke responsiviteit het beschikbaar zijn voor interactie. Daarbij gaat het in de eerste plaats om de kwaliteit van de interactie en niet zozeer om de duur van het contact. Een hogere frequentie aan momenten van ‘echte’ interactie heeft een positieve invloed op het gedrag van kinderen. In les twee gaf ik uitleg over de verschillende activiteiten ter inspiratie. Om je nog meer inzicht te geven in waar het mis kan gaan geef ik je uitleg afleiders.
Afleiding bij ouders blijkt van grote invloed op de kwaliteit van het contact. De grootste afleiders zijn stress (door werk), mobiele telefoons en in het bijzonder social media. Ook kunnen verwachtingen van jezelf of verwachtingen t.a.v. je kind voor de nodig stress zorgen.
Om te beginnen bij Stress. Stel je bent met je gedachten nog bij die (vervelende) situatie op werk. Je kind vraagt je wat en jij merkt dat je er niet helemaal bij bent. Daarbij kun je je vast ook voorstelen dat iemand met een burn out of iemand die midden in een verhuizing of scheiding zit (meest stressvolle gebeurtenissen) minder beschikbaar is voor zijn of haar kind.
En dan die telefoons.. Waarschijnlijk weet je het van jezelf en merk je het ook aan mensen om je heen. Je vraagt iets maar ze zitten met hun neus in een mail en horen niet wat je zegt of vraagt. Bloedirritant. Toch? Of je kind op de iPad die niet reageert op je vraag.
Tot slot de verwachtingen. Verwachtingen die jij hebt ten aanzien van jezelf of ten aanzien van je kind kunnen ook tot behoorlijk wat stress leiden. Regelmatig heb ik ouders in mijn praktijk die zeggen dat hun kind zo slecht luistert. Net zoals jij afleiding ervaart kan dat voor je kind ook zo zijn. Vraag je eerst af of je wel écht contact hebt. Een kind wat wordt opgezogen door een televisie of een spelletje hoort je vaak niet. Zorg ervoor dat je oogcontact hebt en dat jullie elkaar zien. Bedenk je daarbij dat jij hem of haar misschien wel stoort in een activiteit waar hij van geniet. Je kind zit in een fijn gevoel en jij haalt hem daaruit. Dus krijg je opstand? Erken dan eerst het feit dat jij je kind uit een fijn gevoel haalt en toon daar begrip voor. “Ik zie dat je even bezig bent maar wil je mij (straks) even helpen of kan ik je straks wat vragen. Met het woordje straks geef je je kind tijd om om te schakelen en een gevoel van grip. Een gevoel van grip ervaren geeft rust.
Een belangrijke vraag is dus of contact op dat moment van twee kanten gewenst is en wat zijn de verwachtingen die jullie over en weer hebben?
In het werkblad daag ik je uit om aan de slag te gaan met jouw grootste afleiders.